Waar moet je op letten in de meterkast voor een laadpaal?

Een laadpaal is meer dan een kabel aan de muur. Het hart van een veilige en betrouwbare installatie zit in je meterkast. Wie dit overslaat of te licht aanpakt, loopt risico op storingen, overbelasting of brand.

Een laadpaal hoort altijd op een eigen groep in de meterkast. Dit voorkomt dat andere apparaten op dezelfde groep de belasting verhogen en zekeringen laten doorslaan. Voor een 11 kW of 22 kW laadpaal is een 3-fase groep nodig, voor 3,7 kW of 7,4 kW volstaat een 1-fase groep.

Veiligheid
De juiste aardlekbeveiliging is belangrijk. Type A is standaard en vaak voldoende als de laadpaal zelf DC-lekstroomdetectie heeft. Deze DC-detectie is ingebouwd in alle EVshield producten, van ThunderCord tot PRO.
Type B of Type EV is nodig als de laadpaal dat niet heeft. De aardlek moet beschermen tegen lekstromen en automatisch uitschakelen bij overbelasting, zodat jij, jouw auto en de laadpaal veilig blijven.

Maximaal vermogen
Controleer of je hoofdaansluiting voldoende capaciteit heeft voor de laadpaal en andere verbruikers in huis. Load balancing zorgt dat de laadpaal het laadvermogen aanpast op basis van het actuele verbruik in huis. Hiervoor is in de meterkast een meetmodule nodig, zoals een DLB-pack.

Kabelloop
Plan de kabelroute van meterkast naar laadpunt. Vermijd scherpe bochten, zorg voor voldoende buisdiameter en let op hittebronnen. Doorvoeren naar buiten moeten waterdicht zijn.

Denk vooruit. Als je later een zwaardere laadpaal, tweede laadpunt of zonnepanelen wilt, is het slim nu al extra ruimte in de meterkast vrij te houden of een dikkere kabel te trekken.

Conclusie
Een laadpaal werkt alleen veilig en betrouwbaar als de meterkast er klaar voor is. Een aparte groep, de juiste aardlekbeveiliging en voldoende capaciteit zijn geen luxe maar noodzakelijk. Met een goede installatie voorkom je problemen en ben je klaar voor de toekomst van elektrisch rijden.